schrompelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schrompelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxrɔmpələ(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schrom·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schrompelen
schrompelde
geschrompeld
zwak -d volledig

Werkwoord

schrompelen

  1. ergatief rimpelig worden door verlies aan inhoud
    • De ballon was helemaal geschrompeld van de extreme koude. 
     Wel, dat is dan ook het enige wat er op zit, zei hij: krimpen, schrompelen, krimpen & schrompelen.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord schrompelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.