ineenschrompelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ineenschrompelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɪnˈensxrɔmpələ(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • in·een·schrom·pe·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

ineenschrompelen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ineenschrompelen
schrompelde ineen
ineengeschrompeld
zwak -d volledig
  1. ergatief heel erg in omvang afnemen
     hebt verdobbeld?' Ik zag de hartenvrouw in de vlammen ineenschrompelen; toen was mama verdwenen, en papa en ik waren alleen.[1]
     STUTTGART - Door het dieselschandaal en oplopende kosten voor de productie van elektrische auto’s heeft de Duitse autofabrikant Daimler de slechtste prestatie in de afgelopen decennia neergezet. Het moederconcern van Mercedes-Benz zag de 7,6 miljard euro winst uit 2018 vorig jaar goed ineenschrompelen 2,7 miljard euro.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ineenschrompelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644
  2. Weblink bron “Dieselgate kost Daimler 60% winst” (11 feb. 2020), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.