scier

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  scier    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
scier
sciais
scié
eerste groep volledig

Werkwoord

scier

  1. overgankelijk, (techniek): doorzagen, zagen, bijvoorbeeld van een plank
  2. (spreektaal) met stomheid slaan
    «J'suis scié
    Ik sta paf! [1]
Verwante begrippen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.