signeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  signeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sig·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tekenen’ voor het eerst aangetroffen in 1379 [1]
  • afgeleid van het Franse signer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
signeren
signeerde
gesigneerd
zwak -d volledig

Werkwoord

signeren [4]

  1. overgankelijk met zijn naam of handtekening ondertekenen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
   1. zie: ondertekenen   

Gangbaarheid

  • Het woord signeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.