skade

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈskɑːdə /
Woordafbreking
  • ska·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoors zelfstandige naamwoord skaði
Naar frequentie 877
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skade     skaden     skader     skadene  
genitief   skades     skadens     skaders     skadenes  

Zelfstandig naamwoord

skade, m

  1. schade
  2. letsel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.