slangenleren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slangenleren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slan·gen·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

slangenleren

  1. gemaakt van de huid van een slang
     Rockmuziek. Ik ben dertien. De gitaren, de drums, de zanger met de leren broek en slangenleren cowboylaarzen.[1]
     Na wat korte vragen of de heren liever op slangenleren schoenen of gympen lopen (beiden: gympen) en liever Rutte of Hoekstra als premier zien (beiden: Hoekstra) en liever met de SP of met Forum in een kabinet zitten (beiden: SP) ging het debat over de thema's 'migratie' en 'de onbetrouwbare overheid'.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord slangenleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Renée van Marissing
    “Onze kinderen” (2021), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021414461
  2. Weblink bron
    Barbara Terlingen
    “Weinig vuurwerk in debat Omtzigt en De Jonge, maar spanning bij CDA loopt op” (14-07-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.