slaperig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slaperig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈslapərəx/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈsla.pə.rəχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈsla.pə.rəx/
    • (Limburg): /ˈsla.pə.rɪx/
Woordafbreking
  • sla·pe·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen slaperigslaperigerslaperigst
verbogen slaperigeslaperigereslaperigste
partitief slaperigsslaperigers-

Bijvoeglijk naamwoord

slaperig

  1. behoefte tot slaap vertonend
    • Na al dat harde werken begon ik slaperig te worden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord slaperig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.