sleigh

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  sleigh (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /sleɪ/
Woordafbreking
  • sleigh
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
sleigh sleighs

Zelfstandig naamwoord

sleigh

  1. (verkeer) slee
    «Dashing through the snow
    On a one-horse open sleigh,
    Over the fields we go,
    Laughing all the way;»
    Flitsend door de sneeuw
    in een open slee getrokken door één paard
    gaan we de velden over
    en lachen de hele rit;
    Jingle Bells , kerstliedje
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.