snoert af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snoert af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsnurt ˈɑf/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • snoert af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afsnoeren

snoert (…) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnoeren
    • Jij snoert af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnoeren
    • Hij snoert af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsnoeren
    • Snoert af! 

Gangbaarheid

  • Het woord 'snoert af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.