snoof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snoof    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snoof

Werkwoord

vervoeging van
snuiven

snoof

  1. enkelvoud verleden tijd van snuiven
    • Ik snoof. 
    • Jij snoof. 
    • Hij, zij, het snoof. 
     Met haar lange neus snoof ze mijn geur op en kwam nog een aantal stappen naar me toe.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord snoof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.