speeddate

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speeddate    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speed·date
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, zie speed date
enkelvoud meervoud
naamwoord speeddate speeddates
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

despeeddatem

  1. de keer dat men tijdens een ontmoetingsavond zeer kort kennismaakt met diverse potentiële partner
Afgeleide begrippen
  • speeddateavond

Werkwoord

vervoeging van
speeddaten

speeddate

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speeddaten
    • Ik speeddate. 
  2. gebiedende wijs van speeddaten
    • Speeddate! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speeddaten
    • Speeddate je? 
  4. aanvoegende wijs van speeddaten

Gangbaarheid

  • Het woord speeddate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.