sperare

Latijn

stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
spērāre spērō spērāvī spērātum
eerste vervoeging volledig

Werkwoord

spērāre

  1. hopen
  2. tweede persoon enkelvoud imperativus praesens passief van spērāre
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.