spitste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spitste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spitsĀ·te
Bijvoeglijk naamwoord
spitste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van spits
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spitsen |
spitste
- enkelvoud verleden tijd van spitsen
- Ik spitste.
- Jij spitste.
- Hij, zij, het spitste.
- Ik spitste.
Gangbaarheid
- Het woord spitste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.