spitste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spitste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spitsĀ·te

Bijvoeglijk naamwoord

spitste

  1. verbogen vorm van de overtreffende trap van spits

Werkwoord

vervoeging van
spitsen

spitste

  1. enkelvoud verleden tijd van spitsen
    • Ik spitste. 
    • Jij spitste. 
    • Hij, zij, het spitste. 

Gangbaarheid

  • Het woord spitste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.