splitten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  splitten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • split·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
splitten
splitte
gesplit
zwak -t volledig

Werkwoord

splitten

  1. overgankelijk splijten, splitsen, uiteendrijven
    • Dat splittende haar, daar erger ik me toch zo aan... 

Werkwoord

vervoeging van
splitten

splitten

  1. meervoud verleden tijd van splitten
    • Wij splitten. 
    • Jullie splitten. 
    • Zij splitten. 

Gangbaarheid

  • Het woord splitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.