sportbubbel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sportbubbel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sport·bub·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportbubbel | sportbubbels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sportbubbel m
- een vaste groep mensen met wie men tijdens de lockdown mag sporten
- Door middel van een sportbubbel werd voorkomen dat het coronavirus zich wijd kon verspreiden onder sporters.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.