spreeuwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spreeuwen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • spreeu·wen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spreeuwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

despreeuwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spreeuw
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Sturnidae  een familie uit de orde van de zangvogels. De naam "Sturnidae" komt van het Latijnse woord voor spreeuw, Sturnus
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • spreeuwbes, spreeuwbezie, spreeuwenbek, spreeuwenei, spreeuwenfamilie, spreeuwengat, spreeuwenkanon, spreeuwennest, spreeuwenpot, spreeuwenvlucht, spreeuwenwolk, spreeuwenzwerm, spreeuwkop, spreeuwschimmel, spreeuwvogel

Gangbaarheid

  • Het woord spreeuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.