spuw uit

Uitspraak

• Geluid:  spuw uit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• spuw uit

Woordherkomst en -opbouw

• uit spuw (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

spuw uit

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspuwen
   

   • Ik spuw uit. 

2. gebiedende wijs van uitspuwen
   

   • Spuw uit! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspuwen
   

   • Spuw je uit? 

Gangbaarheid

• Het woord spuw uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.