stiger

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈstiːgəɾ /
Woordafbreking
  • sti·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: Verwant met het Duitse zelfstandige naamwoord Steiger
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord stige met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 3225

Werkwoord

stiger

  1. tegenwoordige tijd van stige
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stiger     stigeren     stigere     stigerene  
genitief   stigers     stigerens     stigeres     stigerenes  

Zelfstandig naamwoord

stiger, m

  1. (beroep), (mijnbouw) mijnopzichter
Verwante begrippen
  • gruvearbeider

Zelfstandig naamwoord

stiger, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stige


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈstiːgəɾ /
Woordafbreking
  • sti·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: Verwant met het Duitse zelfstandige naamwoord Steiger
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Nynorske werkwoord stige met het achtervoegsel -er
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stiger     stigeren     stigere     stigerene  

Zelfstandig naamwoord

stiger, m

  1. (beroep), (mijnbouw) mijnopzichter
Verwante begrippen
  • gruvearbeidar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.