stormseizoen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stormseizoen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- storm·sei·zoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stormseizoen | stormseizoenen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het stormseizoen o
- periode waarin meerdere stormen verwacht worden, vaak jaarlijks zelfde terugkerende periode
Gangbaarheid
- Het woord stormseizoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.