stormseizoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stormseizoen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • storm·sei·zoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stormseizoen stormseizoenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetstormseizoeno

  1. periode waarin meerdere stormen verwacht worden, vaak jaarlijks zelfde terugkerende periode

Gangbaarheid

  • Het woord stormseizoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.