stroomde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stroomde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stroom·de

Werkwoord

vervoeging van
stromen

stroomde

  1. enkelvoud verleden tijd van stromen
    • Ik stroomde. 
    • Jij stroomde. 
    • Hij, zij, het stroomde. 
     Het badwater bedekte het tapijt en stroomde onder de deur door de kamer uit.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord stroomde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.