stukkend

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
stellend attributief
stukkendstukkende

Bijvoeglijk naamwoord

stukkend

  1. stuk, gebroken, kapot
    «Hy is met 'n klip in sy hand voor 'n stukkende vensterruit aangetref.»
    Hij is met een steen in zijn hand voor een kapotte vensterruit aangetroffen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.