styrker

Deens

Woordafbreking
  • styr·ker
Naar frequentie 3956

Werkwoord

styrker

  1. tegenwoordige tijd van styrke

Zelfstandig naamwoord

styrker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van styrke


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈstyɾkəɾ /
Woordafbreking
  • styr·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord styrke met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 4284

Werkwoord

styrker

  1. tegenwoordige tijd van styrke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   -     -     styrker     styrkene  
genitief   -     -     styrkers     styrkenes  

Zelfstandig naamwoord

styrker, mv

  1. strijdkrachten, troepen
    «Hvorfor er norske styrker i Afghanistan?»
    Waarom zijn Noorse troepen in Afghanistan?
Afgeleide begrippen
  • forsvarsstyrker
  • regjeringsstyrker
  • sikkerhetsstyrker
  • spesialstyrker
Typische woordcombinaties
  • internasjonale styrker
internationale troepen

Zelfstandig naamwoord

styrker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van styrke


Nynorsk

Woordafbreking
  • styr·ker

Werkwoord

styrker

  1. tegenwoordige tijd van styrka
Schrijfwijzen
  • styrkjer

styrker

  1. tegenwoordige tijd van styrke
Schrijfwijzen
  • styrkjer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.