subsidiair

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  subsidiair    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌsʏpsidiˈjɛːr/ (4 lettergrepen); /sʌpsidi'ɛr/
Woordafbreking
  • sub·si·di·air
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vervangend’ voor het eerst aangetroffen in 1830 [1]
  • afgeleid van het het Franse subsidiaire of het Latijnse 'sedēre' (zitten) met het voorvoegsel sub- met het achtervoegsel -air [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen subsidiairsubsidiairdersubsidiairst
verbogen subsidiairesubsidiairderesubsidiairste
partitief subsidiairssubsidiairders-

Bijvoeglijk naamwoord

subsidiair

  1. in de plaats tredend van wat in de eerste plaats verlangd of gevraagd wordt
    • Hij werd in subsidiaire hechtenis genomen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord subsidiair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.