tabakken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tabakken    (hulp, bestand)
  • IPA: /taˈbɑkə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ta·bak·ken

Zelfstandig naamwoord

detabakkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tabak

Werkwoord

tabakken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tabakken
tabakte
getabakt
zwak -t volledig
  1. (verouderd) tabak verbouwen, tabak telen

Gangbaarheid

  • Het woord tabakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.