tachtigjarig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tachtigjarig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɑxtəxˌjarəx/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tach·tig·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van  tachtig ht  en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig [1]
stellend
onverbogen tachtigjarig
verbogen tachtigjarige
partitief tachtigjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

tachtigjarig

  1. 80 jaren durend
    • Gedurende dit tachtigjarig tijdperk werd er geen oorlog gevoerd. 
    • In zijn roman uit 1998, in het Nederlands verschenen onder de titel De zon van Breda, staat hij stil bij de Tachtigjarige Oorlog - de oorlog in de Nederlanden en frist hij het historische geheugen van zijn landgenoten op. [2] 
  2. met de leeftijd van 80 jaar
    • Hoewel Johanna Borski twee van haar acht kinderen in de firma opnam, gunde ze hun geen enkele zakelijke bewegingsvrijheid. Alle transacties waren voorzien van haar handtekening en ze bleef tot op tachtigjarige leeftijd als eigenares compareren. [3] 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord tachtigjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Pérez , Yolanda Rodríguez)
    De Tachtigjarige Oorlog in Spaanse ogen [2003] ISBN 90-77503-19-6 pagina 16
  3. Wiersma, Geertje
    Johanna Borski [1998] ISBN 90-5333-635-4 pagina 10
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.