tafelkleden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tafelkleden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ta·fel·kle·den

Zelfstandig naamwoord

detafelkledenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tafelkleed
     Ze had honderden details herkend, de kerstboomversiering, de kerstkribbe, de decoraties, het serviesgoed, de tafelkleden, de bedienden die meededen met de dans om de boom, alles. Ook Eric zou er behoorlijk veel van herkennen door de Kerstmissen in Saltsjôbaden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord tafelkleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.