tajo

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ta·jo
enkelvoud meervoud
tajo tajos

Zelfstandig naamwoord

tajo m

  1. (medisch) insnijding
  2. snee, houw, jaap
Verwante begrippen
Synoniemen


Werkwoord

vervoeging van
tajar

tajo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tajar

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.