taxichauffeuse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taxichauffeuse    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɑksiʃoˌføsə/
Woordafbreking
  • taxi·chauf·feu·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taxichauffeuse taxichauffeuses
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detaxichauffeusev

  1. (beroep) vrouwelijke bestuurder van een auto waarmee ze passagiers tegen betaling brengt naar de plaats waar ze heen willen

Gangbaarheid

  • Het woord taxichauffeuse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.