tegenop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tegenop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·gen·op
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

tegenop

  1. ergens langs omhoog gaan
    • Hij zag de hoge muur; daar kon hij niet tegenop. 
  2. ergens tegenop zien: vrezen dat iets heel moeilijk, pijnlijk of vervelend zal zijn
     Daar zag ik best tegenop, maar gek genoeg had ik er ook zin in omdat ik wilde zien wat het met me zou doen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord tegenop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.