tehén
Hongaars
Uitspraak
- IPA: /ˈtɛheːn/
Woordafbreking
- te‧hén
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van *täyinə, ontleend aan Alaans *däyin (waaruit Ossetisch dæyïn dad, dæyun dad), uit Oudiraans *dainu, vergl. Avestisch daānu, Hotanees dīnū ‘koe’ en Middel-Perzisch dānōdag ‘wijfje’.[1]
Zelfstandig naamwoord
tehén
Schrijfwijzen
- (regionaal) tehen, tején
Verwijzingen
- ↑ András Róna-Tasen ÁrpádBerta, West Old Turkic. Turkic Loanwords in Hungarian, dl. 2: L-Z, Conclusions, Apparatus, Wiesbaden: Harrassowitz, 2011, p. 1336.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.