veeteelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veeteelt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvetelt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vee·teelt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veeteelt -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deveeteeltv/m

  1. het onderhouden en fokken van vee
    • Hij heeft al drie jaar een bedrijf dat zich met veeteelt bezighoudt. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord veeteelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.