teisteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  teisteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • teis·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schaden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1638 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
teisteren
teisterde
geteisterd
zwak -d volledig

Werkwoord

teisteren

  1. overgankelijk grote schade toebrengen
    • Het land werd geteisterd door meerdere plagen tegelijk, een aardbeving, een vloedgolf en vervolgens een kernramp. 
     Haar neus ligt bijna op de stuurpen als ze de laatste krachten in het geteisterde gestel aanspreekt.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord teisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.