tekstueel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tekstueel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tek·stu·eel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘de tekst betreffend’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • afgeleid van tekst met het achtervoegsel -eel [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen tekstueeltekstuelertekstueelst
verbogen tekstueletekstueleretekstueelste
partitief tekstueelstekstuelers-

Bijvoeglijk naamwoord

tekstueel

  1. met betrekking tot de tekst
  2. woordelijk, letterlijk, zoals de tekst vermeld
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tekstueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.