ten huize van

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ten huize van    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɛnˈhœyzəˌvɑn/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ten hui·ze van
Woordherkomst en -opbouw

Voorzetsel

ten huize van

  1. (formeel) thuis bij, in de woning toebehorend aan
     Ten huize van een vriendin werd ik de salon binnengeleid door haar vierjarige kleinzoon: „Ga zitten.”[1]

Gangbaarheid

  • Het woord ten huize van staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Jean Pierre Rawie
    “Ikje : Troost” (14 juli 2022) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.