thematisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  thematisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • the·ma·tisch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘een bepaald thema behelzend’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van thema met het achtervoegsel -isch [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen thematischthematischer
verbogen thematischethematischere
partitief thematischthematischers-

Bijvoeglijk naamwoord

thematisch [3]

  1. betrekking hebbend, berustend op een thema
Antoniemen
Hyponiemen
  • monothematisch

Gangbaarheid

  • Het woord thematisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.