tiërceren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tiërceren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ti·er·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

tiërceren [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tiërceren
tiërceerde
getiërceerd
zwak -d volledig
  1. overgankelijk tot een derde terugbrengen; met name betrekking hebbend op de eenzijdig door de Franse regering doorgevoerde verlaging van de rente op staatsschulden in de Franse tijd
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord tiërceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
18 %van de Nederlanders;
46 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.