tienen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tienen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tie·nen

Zelfstandig naamwoord

detienenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tien
    • Hij had nog nooit tienen gehad op zijn rapport. 

Zelfstandig naamwoord

tienen

  1. datief van tien, na voorzetsels bij tijdsaanduidingen
    • Het was al bij tienen. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • Zij waren met zijn tienen.
Zij waren tien in getal.

Gangbaarheid

  • Het woord tienen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
tener

tienen

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tener
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.