tijdbesparend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tijdbesparend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtɛɪdbəsparənt / (5 lettergrepen), / tɛɪdbəˈsparənt / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- tijd·be·spa·rend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd zn en besparend ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tijdbesparend | tijdbesparender | tijdbesparendst |
verbogen | tijdbesparende | tijdbesparendere | tijdbesparendste |
partitief | tijdbesparends | tijdbesparenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tijdbesparend
- minder tijd vergend
- ▸ In juni introduceerden zowel de ANWB als Blij dat ik Rij de tolbadges waarmee de Nederlandse vakantieganger sneller langs de Franse tolpoortjes kan. De tijdbesparende badges blijken niet aan te slepen.[1]
Synoniemen
- tijdsbesparend
Gangbaarheid
- Het woord tijdbesparend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Tolbadges voor Franse tolpoort razend populair” (29 juli 2014), AutoWeek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.