timpje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: timpje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtɪmpjə / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- timp·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het timpje o
Gangbaarheid
- Het woord 'timpje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Graft, C.C. van de"De duivekater" in: Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. jrg. 34 deel 68 nr. 12 (december 1924) Elsevier, Amsterdam; p. 382; geraadpleegd 2019-11-18
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.