tintelend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tintelend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tin·te·lend

Werkwoord

vervoeging van: tintelen
verbogen vorm: tintelende

tintelend

  1. onvoltooid deelwoord van tintelen
stellend
onverbogen tintelend
verbogen tintelende
partitief tintelends

Bijvoeglijk naamwoord

tintelend

  1. gepaard gaande met tintelingen
    • Een jongetje, man. Tintelende trots tot in je nekwervel. Weer een nieuw gevoel. Mijn ogen worden vochtig en ik voel een warme golf tot in mijn tenen als ik wegdroom bij hem. [1] 
    • Kees Adelaar (58) begon zijn werkdag gisteren met tintelende vingers. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord tintelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.