tisdag

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  tisdag    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈti(ː)sta /, / ˈtiːsdɑːg /
Naar frequentie 2838
tisdags enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     tisdag     tisdagen     tisdagar     tisdagarna  
  genitief     tisdags     tisdagens     tisdagars     tisdagarnas  

Zelfstandig naamwoord

tisdag, g

  1. dinsdag
    «Orsaken är servicearbete som också utförs på tisdag
    De reden hiervoor ziin de servicewerkzaamheden die ook op dinsdag worden uitgevoerd.
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • i tisdags
afgelopen dinsdag
Verwante begrippen
Dagen in het Zweeds
måndag
maandag
tisdag
dinsdag
onsdag
woensdag
torsdag
donderdag
fredag
vrijdag
lördag
zaterdag
söndag
zondag

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.