tomber

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  tomber    (hulp, bestand)

Werkwoord

tomber

  1. (spreektaal) voor de bijl gaan, vallen voor (iemand)
    «J'aurais pas pu tomber pour un mec mieux qu'toi.»
    Ik had niet voor een betere kerel dan jij kunnen vallen. [1]
  2. (spreektaal) versieren
    «Avec ce costard, tu vas tomber toutes les gonzesses.»
    Met dat kostuum versier je alle meiden. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.