torka

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

torka g

  1. droogte
Verbuiging
torkas enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     torka     torkan     torkor     torkorna  
  genitief     torkas     torkans     torkors     torkornas  

Werkwoord

stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
torka
torkade
torkat
volledig

torka

  1. drogen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.