tramas

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord tramas -

Zelfstandig naamwoord

tramas

  1. rust, pause

Frans

Werkwoord

vervoeging van
tramer

tramas

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van tramer


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
tramar

tramas

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tramar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.