trier

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  trier    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
trier
triais
trié
eerste groep volledig

Werkwoord

trier

  1. overgankelijk schiften [2], selecteren, sorteren, triëren
  2. overgankelijk ordenen, rangeren
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.