trigar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
trigo trigava trigat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

trigar

  1. (lang) duren, (lang) op zich laten wachten
  2. verlaat zijn
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.