trique

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

trique v

  1. (spreektaal) wapenknuppel, knuppel
    «Moi à la place des flics, je leur aurais baissé la culotte pour leur donner des coups de trique sur les fesses.»
    Als ik politieagent was geweest, had ik hun broek naar beneden getrokken om ze met de knuppel op hun billen te meppen. [1]
  2. (spreektaal) verblijfsverbod [1]
  3. (spreektaal) knuppel, stijve
    «Sophie, elle me file la trique quand j’danse avec elle!»
    Ik krijg een stijve als ik met Sophie dans! [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.