troeven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  troeven    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtruvə(n)
Woordafbreking
  • troe·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
troeven
troefde
getroefd
zwak -d volledig

Werkwoord

troeven

  1. overgankelijk (kaartspel) een slag overnemen door een kaart te spelen die tot de troefkleur behoort
    • De eerste slag werd getroefd. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

detroevenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord troef

Gangbaarheid

  • Het woord troeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.