troeven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: troeven (hulp, bestand)
- IPA: /ˈtruvə(n)
Woordafbreking
- troe·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
troeven |
troefde |
getroefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
troeven
- overgankelijk (kaartspel) een slag overnemen door een kaart te spelen die tot de troefkleur behoort
- De eerste slag werd getroefd.
Hyponiemen
- aftroeven, introeven, ondertroeven, optroeven, overtroeven
Afgeleide begrippen
- troefkaart, troefspel
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
de troeven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord troef
Gangbaarheid
- Het woord troeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "troeven" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ troeven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.