tronc

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  tronc    (hulp, bestand)
  • IPA: /tʁɔ̃/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  tronc     le tronc     troncs     les troncs  

Zelfstandig naamwoord

tronc m

  1. (anatomie) romp
  2. boomstam
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.