tronchar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /tɾonˈt͡ʃaɾ/
Woordafbreking
  • tron·char
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tronchar
tronchaba
tronchado
volledig

Werkwoord

tronchar overgankelijk

  1. (kookkunst) wegsnijden, afsnijden, groente ontdoen van bladeren, stengels e.d.
  2. splijten, afsnijden, afhakken
Uitdrukkingen en gezegden
  • troncharse de risa
in lachen uitbarsten

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.